|
1.
Werken met levend materiaal
KENMERK
Het groeien en sterven van levende materialen is een autonoom proces.
Mensen hebben de keuze al dan niet in te grijpen in dit natuurlijke
gebeuren.
ROL VAN DE THERAPEUT
Het creëren van situaties, waarin de groei van planten zich bevindt
in een fase, die is afgestemd op de behoeften van de cliënt. Situaties,
waarin het plantaardig leven:
- uitnodigt tot directe ervaring
- meer of minder beheersbaar is
- om specifieke voorwaarden vraagt.
DOEL
De cliënt kan:
- stilstaan bij zijn belevingswereld, onder andere de beleving van het
eigen lichaam
- ordenen en begrenzen
- zelfstandig functioneren
- emoties waarnemen en uitdrukking geven aan gevoelens
- integreren
- bindingen aangaan.
METHODIEK
Het aanbieden van levend materiaal in een kortdurende of langdurende
therapie, waarin de gerichtheid op de klacht of het therapeutisch proces
centraal staat.
2.
Binnen en buiten
KENMERK
Accommodaties voor creatieve therapie tuin omvatten meerdere ruimtes.
Cliënten beschikken daarmee over de keuze uit verschillende omstandigheden,
sferen en functies met variaties in veiligheid en uitdaging.
ROL VAN DE THERAPEUT
Zorgen voor de samenhang tussen en de begrenzing van de onderscheiden
ruimtes. Het benadrukken van hun bijzondere eigenschappen evenals de
betekenis van binnen en buiten ten opzichte van elkaar.
DOEL
De cliënt ervaart:
- het verschil tussen binnen en buiten, bijvoorbeeld in klimaat
- de noodzaak om zich in beweging te zetten
- het gevoel van vrijheid buiten of beschutting binnen plus de mogelijkheid
om zelf deze voorwaarden te scheppen elders dan op de meest
voor de hand liggende plek
- orde, grenzen en zelfstandigheid in de beleving van zijn eigen
wereld.
METHODIEK
Kortdurende, op gedragsverandering gerichte, therapie of training. In
een langdurende therapie fungeren de afzonderlijke kenmerken van binnen
en buiten vooral als voorwaarde.
3.
De tijd
KENMERK
De tijd is onlosmakelijk verbonden met het wezen van levend materiaal
en de gang der seizoenen.
ROL VAN DE THERAPEUT
Voorwaarden scheppen voor het beleven van de tijd door een verband te
leggen tussen de groei of het afsterven van planten enerzijds en de
weersomstandigheden en de seizoenen anderzijds. Door cliënten te laten
vormgeven met elementen als groeisnelheid en aan het weer of de jaargetijden
gebonden verschijningsvormen ontstaat ordening in de tijd.
DOEL
De cliënt kan:
- ordenen en begrenzen
- integreren
- bindingen aangaan.
METHODIEK
Kortdurende of langdurende therapieën, waarin de nadruk voor de werkwijze
specifiek op de klacht of meer algemeen op het therapeutisch proces
ligt.
4.
Leven, dood en ethiek
KENMERK
Het spanningsveld tussen leven en dood doet een beroep op mensen. Het
vraagt om het maken van ethische overwegingen en het nemen van verantwoordelijkheid.
Er bestaan allerlei cultureel geaccepteerde vormen voor het uiten van
destructieve gevoelens.
ROL VAN DE THERAPEUT
Zorgen voor het meer of minder benadrukken van het spanningsveld tussen
leven en dood alsook het aanreiken van plantaardig materiaal, dat mogelijkheden
biedt voor het beleven van gevoelens, die samenhangen met groei, vernietiging
en verlies.
DOEL
De cliënt kan:
- zelfstandig functioneren en begrenzen
- emoties waarnemen en uiting geven aan gevoelens
- bindingen aangaan en rouw verwerken
METHODIEK
Langdurende therapieën, waarin het therapeutisch proces centraal staat.
5.
Identificatie
KENMERK
De levenswetten van planten ( en dieren) gelden in principe ook voor
de mens. In die zin is er een voor de hand liggende verwantschap. Personen
herkennen eigenschappen van zichzelf in het levende materiaal. Soms
ligt een eigenschap van een plant iemand zelfs na aan het hart, raakt
hem.
ROL VAN DE THERAPEUT
Zorg dragen voor een divers aanbod in eigenschappen en verschijningsvormen
van planten met de volgende mogelijkheden:
1. de keuze niet expliciet bepalen en de identificatie overlaten aan
onverwachte gebeurtenissen in de tuin,
2. de keuze min of meer bepalen en de herkenning overlaten aan de cliënt,
3. de nadruk leggen op een eigenschap, een verschijningsvorm of een
conflict, zoals zich dat in de natuur voordoet, op een wijze, waar de
cliënt haast niet omheen kan.
DOEL
De cliënt kan:
- zelfstandig functioneren
- omgaan met en uiting geven aan zijn gevoelens
- integreren
- bindingen aangaan.
METHODIEK
Kortdurende en langdurende therapieën met een confronterende dan wel
een op het therapeutisch proces gerichte werkwijze voor de herkenning
en verwerking van de problematiek.
6.
Lichamelijke inspanning
KENMERK
Activiteiten in de tuin vergen lichamelijke inspanning, van heel licht
tot heel zwaar.
ROL VAN DE THERAPEUT
Zorgen voor de mate en soort van lichamelijke inspanning, die past bij
de doelstelling van de therapie.
DOEL
De cliënt kan:
- zijn gevoelswereld waarnemen
- stilstaan bij zijn innerlijke wereld en de beleving van het eigen
lichaam
- ordenen en begrenzen
- zelfstandig functioneren.
METHODIEK
Kortdurende therapieën, zoals de (ortho)agogische variant van creatieve
therapie tuin, gedragstherapie en sociale vaardigheidstraining.
7.
Schoonheid
KENMERK
In het waarnemen van de natuur en de tuin ligt de ervaring van schoonheid
besloten. Naar gelang de persoonlijke smaak en voorkeur bestaat de mogelijkheid
om een eigen gevoel voor vorm en kleur te ontwikkelen. Zowel experimenterend
als aan de hand van voorgeschreven stijlkenmerken laat schoonheid zich
vormgeven.
ROL VAN DE THERAPEUT
Indien het receptieve aspect in de therapie centraal staat: scheppen
van omstandigheden, die zintuiglijke waarnemingen bevorderen, en de
cliënt expliciet vragen naar deze waarnemingen en eventuele associaties.
In het actieve tuinieren: kiezen voor stijlkenmerken, die het beste
aansluiten bij de voorkeur en het niveau van de cliënt.
DOEL
De cliënt kan:
- emoties waarnemen en uiting geven aan gevoelens
- integreren
- stilstaan bij zijn belevingswereld en de ervaring van het eigen lichaam
(receptief aspect)
- ordenen en begrenzen (actief aspect)
- zelfstandig functioneren (actief aspect)
METHODIEK
Kortdurende therapieën, die gebruik maken van de kunstzinnige en de
(ortho)agogische dimensies van creatieve therapie tuin. Langdurende
therapieën volgens de methode van het creatief therapeutisch proces.
8.
Rituelen
KENMERK
Handelingen met voorwerpen en verschijningsvormen uit de natuur of gebruiken
met een symbolisch karakter.
ROL VAN DE THERAPEUT
Onderzoek naar het symbolische karakter van de handelingen in relatie
tot het doel van de therapie ofwel de ‘transferwaarde’van het ritueel.
DOEL
De cliënt kan:
- stilstaan bij de eigen belevingswereld
- ordenen en begrenzen
- zelfstandig functioneren.
METHODIEK
Therapieën, gericht op de klacht of met de nadruk op het therapeutisch
proces.
|