door Anja Sparidaans
Gepubliceerd in alle landelijke GPD dagbladen waaronder Limburgs en Brabants
Dagblad, BN De Stem enz. (onder veschillende titels), rond 9 april 2005. Artikel
is o.a. tot stand gekomen door interview met Susan Donkers
Zaterdag 9 april 2005 - Voor een enkeling betekent het onderhoud van de tuin
een flinke portie stress. Maar de meeste tuinbezitters vinden juist rust in hun
zelfgemaakte natuur. Tuintherapie gaat nog een stapje verder.
„Iedereen heeft het druk en vermoeidheid steekt steeds vaker de kop op“, zegt
Susan Donkers (27). „Het is daarom belangrijk om tot jezelf te kunnen komen.“
En de tuin kan daarbij een rol spelen, aldus Donkers die werkt als tuintherapeute.
Tuinieren is dé manier om tot rust te komen en om nieuwe energie te krijgen.
Groot hoeft de tuin daarvoor niet te zijn. „Een balkon met een paar plantjes is
soms al genoeg. Het werken met planten maakt de zorgzame kant in de mens wakker. Hierdoor staat hij meer
open voor nieuwe inspiratie.“
Bloemschikken
In 2001 rondde Donkers de hbo-opleiding Creatieve Therapie Tuin af. Inmiddels
werkt ze als tuintherapeut in de jeugdpsychiatrie, met kinderen die naast een
psychiatrische stoornis (autisme, ADHD of trauma) ook een verstandelijke beperking
hebben. „De kinderen spelen met de natuur, ze verwonderen zich over wat er allemaal
gebeurt.“
Elk kind heeft een eigen minituintje met plantjes. De activiteiten sluiten aan
op de seizoenen. In het voorjaar wordt er gestekt en gezaaid, in de zomer worden de producten
geoogst en verwerkt tot soepen en salades. Vanaf de herfst werken de kinderen
steeds meer binnen en maken ze bijvoorbeeld vogelhuisjes.
„Een kind ziet dat planten groeien.
Het zorgt er zelf voor dat de voorwaarden optimaal zijn. Daardoor komen zowel
plant als kind tot bloei. Door mee te gaan met het ritme van de seizoenen krijgt
een kind rust en duidelijkheid.“
Monniken Volgens Susan Donkers is het therapeutische effect van tuinieren al eeuwen erkend.
„Mensen hebben altijd op het land of in de tuin gewerkt en buiten hun ontspanning
gezocht. Ook monniken zaten als vorm van meditatie dagenlang in de aarde te wroeten.“
Agressie „De levenskracht in de natuur levert ook een bijdrage aan de kracht van mensen“,
omschrijft Michiel Rietveld, directeur van instituut Kraaibekerhof in Driebergen,
dat een deeltijdopleiding tuintherapie biedt. Donkers ziet tuintherapie als een
belangrijke aanvulling op de behandeling: „De doelstelling is zorg te dragen voor
de natuur, daardoor leer je ook voor jezelf zorgen.“
Maar ook andere resultaten zijn mogelijk. „Veel mensen leren door tuintherapie
emoties te uiten en om anders vorm te geven aan agressie. Daarnaast bevordert
tuintherapie het contact maken met je gevoel, het ontwikkelen van realiteitsbesef
en het leren omgaan met leven en dood. Ook helpt het mensen om betrokken te durven
raken en om bindingen aan te gaan.“
Inmiddels werken tuintherapeuten onder meer in het speciaal onderwijs, de psychiatrie,
de pedagogische hulpverlening, gehandicaptenzorg en ouderenzorg. In alle gevallen
slaat tuintherapie volgens Donkers aan. „Voor dementerende ouderen kan een geur
van citroenmelisse al heilzaam werken en herinneringen aan vroeger oproepen.“
Volgens Michiel Rietveld van Kraaybeekerhof is tuintherapie sterk in opkomst.
„In onze hectische samenleving vallen steeds meer mensen uit de boot. Tuinieren
helpt ze om weer op kracht te komen.“ Hij gelooft overigens dat tuinieren als
hobby preventief kan werken bij bijvoorbeeld een dreigende burnout. „Tuinieren
geeft rust, inspiratie en ruimte voor bezinning. Bovendien laten planten zich
niet opjutten. Ze nemen de tijd. Dat kan de ogen openen.“ |